Knolselderij, mooi van lelijkheid

Moeders mooiste is hij niet, de knolselderij, met z’n smoezelig bleke huid en roestbruine vlekken. Van boven gaat het nog, als er tenminste zo’n fris toefje groen op zit. Bekijk je de onderkant, met dat kronkelige wortelstelsel waartussen klontjes aarde blijven kleven, dan denk je toch niet gelijk: há lekker! Toch, zo grof als hij van buiten lijkt, zo verfijnd is zijn smaak en zo verrassend z´n culinaire mogelijkheden.

Filmpje Klik om te zien hoe ik knolselderijkoekjes bak voor Wasteless Wednesday!

Engelsen hebben er een geweldige uitdrukking voor ´You can´t judge a book by its cover´. Je kan een boek (mens, dier, ding) niet beoordelen op z’n buitenkant. Om er echt iets over te kunnen zeggen, zul je toch echt je tanden in het binnenwerk moeten zetten. In het geval van de selderijknol mag je dat letterlijk nemen.

Rauw raad ik af, maar in dunne reepjes gesneden en eventjes licht geblancheerd (kort onderdompelen in kokend water) vormt knolselderij al een fris knapperige basis voor bijvoorbeeld selderijsalade. Heerlijk met partjes mandarijn! Of gemengd met geraspte wortel en appel. De beroemde Waldorfsalade, een klassieker uit Amerika, combineert knolselderij met frisse appel, walnoten en een lichte mayonaisedressing.
In blokjes gesneden en zachtjes gestoofd is het een heerlijke, lichtverteerbare wintergroente, die je eventueel met een romige saus, of onder een laagje gegratineerde kaas kunt serveren. Tip: wat je er ook mee doet, besprenkel gesneden knolselderij altijd met wat citroensap of doe een beetje door het kookwater, tegen het verkleuren.
Knolselderij is natuurlijk de koning van de erwtensoep. Hij geeft die toch behoorlijk machtige soep net iets van lichtheid. Ik mis hem echt, als hij er niet in zit.
Hutspot wordt er lekker fris van, als je een deel van de aardappels vervangt door stukken knolselderij en die er na het koken, samen met de wortelen en uien doorheen stampt. En een puree van half aardappel half knolselderij smaakt heel verfijnd bij wildgerechten, of dat nou hazenpeper is of gebakken hertenbiefstuk.
Je kunt die onelegante knol ook in plakken snijden en zachtjes bakken in de koekenpan. In vegetarische kringen staat gebakken knolselderij al bijna een eeuw bekend als lekkere vleesvervanger. Ik kan het weten want mijn inmiddels lang overleden opa en oma waren in hun idealistische jonge jaren niet alleen van de blauwe knoop (geheelonthouders) maar bovendien vegetariërs. Idealist zijn ze gebleven tot aan hun dood, maar die blauwe knoop hebben ze al vrij snel laten varen -opa lustte zijn ouwe klare- en een lekker stukje vlees op z’n tijd konden ze later ook best waarderen. Toch zijn ze altijd die lekkere vegetarische gerechten blijven maken. Zo serveerden ze bij de boerenkoolstamppot niet alleen worst maar ook heerlijke knapperige selderijkoekjes, waaraan ik nog steeds warme herinneringen bewaar. Lekker, licht verteerbaar en gezond vanwege z’n hoge gehalte aan ijzer, calcium, natrium en vitamine C. En niet duur want zo’n knol kost een habbekrats in deze tijd van het jaar. Ik geef u het recept. Probeer zelf maar eens, smullen!

 

Knolselderij-koekjes

Voor 6 tot 8 personen

1 middelgrote harde selderijknol
1 grote ui
1 ei
½ eetlepel kerriepoeder
versgemalen peper en zout
ca. 10 eetlepels bloem
100 gram bakboter of margarine

Snijd met een flink mes onder- en bovenkant van de knol en schil hem dik. Wees vooral bij de wortelige onderkant niet zuinig. Snijd in dikke plakken en rasp die op een grove schaaf, of met behulp van de keukenmachine. Het resultaat moet een berg selderijsliertjes zijn. Pel ui en rasp die ook. Vermeng met selderij, kerrie, peper, zout en losgeklopt ei. Voeg nu op gevoel zoveel gezeefde bloem toe, dat een licht vochtig beslag ontstaat. Vorm koekjes met een doorsnee van circa 6 cm tussen de handpalmen.
Smelt bakboter in een grote koekenpan en bak de selderijkoekjes op een rustig vuur goudbruin en knapperig aan de randen. Druk tijdens het bakken een beetje plat met een pannenkoekmes of spatel. Bak in meerdere shifts. Serveer koekjes warm, bijvoorbeeld bij boerenkool of erwtensoep.

Tip: Je kunt ze goed vooraf maken. Leg lichtgebakken koekjes dan op een ingevette bakplaat en zet ze vlak voor serveren 6 tot 8 minuten in een voorverwarmde oven op 180 graden.
Trouwens, ook koud zijn ze erg lekker. Plakje gerookte zalm erop, dotje zure room, toefje groene dille en je hebt een heerlijk voorgerechtje!